Jo van Pinxteren werd tijdens zijn werk bij Westerlaken in Rosmalen-Centrum op 27 maart 1945 getroffen door een voltreffer in het onderlichaam. Hij is steeds goed bij kennis gebleven. Hij vroeg aan Jan Schel en Sjaak Westerlaken: “Kan ik nog beter worden?” Hij werd naar het Groot Ziekengasthuis in 's-Hertogenbosch gebracht. De familie van Pinxteren werd over het gebeurde ingelicht door Sjaak Westerlaken en de onderwijzer Ad de Vries. Uit die boodschap had de familie niet begrepen dat de toestand zo ernstig was en dat beterschap niet meer mogelijk was. 's-Avonds gingen zijn vader en zijn zus Leentje op bezoek. Jo heeft precies verteld wat en hoe alles gebeurd was. ”De eerste granaat ging over mij heen, maar de tweede was raak”. Hij besefte inmiddels ten volle, dat deze treffen dodelijk zou zijn. 's-Nachts om 1 uur is Jo gestorven. Vanwege de spertijd konden vader en Leentje pas in de ochtend naar huis. Moeder van Pinxteren heeft er heel haar leven moeite mee gehad dat zij haar Jo niet meer levend heeft gezien. Vanwege de Goede Week werd Jo “gezonken” en pas een week daarna begraven op het kerkhof van de Lambertusparochie in Rosmalen. | 102 |
A. van den Elzen, Wel gestorven niet vergeten : Oorlogsslachtoffers Rosmalen (1996) 1, 12, 101-102
Ad Hermens, Rosmalen in de vuurlinie (1994) 173, 174
René Kok, 'Wegens bijzondere omstandigheden...' : 's-Hertogenbosch in bezettingstijd 1940-1944 (2008) 402